Periode 2: 1956 – 1965

De Boekelse St. Lambertusstam
Alvorens de activiteiten van de Boekelse  St. Lambertusstam te beschrijven, dient  eerst in het kort iets gezegd te worden  over de geschiedenis en het ontstaan  van het voortrekken te Boekel.
Het verkennen in Boekel is begonnen onder de oorlog met de zogenaamde  Jonge Wacht, die vanwege de Duitse bezetting  haar activiteiten heimelijk moest  uitoefenen in de kelders van de parochiekerk.
Uit deze Jonge Wacht ontstond  op het einde van de oorlog de eerste  Boekelse verkennersgroep. In 1947 werd uit deze verkennersgroep, een voortrekkersgroep gevormd, als oubaas hiervan  werd door groepsleider Reijbroek de heer  Corssmit geïnstalleerd.
De eerste stam  liep echter op een mislukking uit.
Het  jaar daarop werd opnieuw een poging  gedaan om een stam te stichten en nu  had men meer succes.
Er ontsond een  zeer goede groep, bestaande uit zes leden. Een ervan, de heer J. van Doren, werd  later leider.  In 1949 – 1950 telde de stam vijf leden, o.a.  A. van Haandel, die later leider zou  worden, en H. v. Moorse!, die nu in  Canada woont.
In 1950 – 1951 trad naast de oubaas van  de stam, de heer Corssmit, ook de baas op, die de meer directe leiding van de  stam had.
De eerste, die als zodanig  fungeerde, was A. v. Haandel. Uit de  voortrekkersgroep van dit jaar kwamen  de toekomstige verkennersleiders, o.a.  P. de Bie.

In 1951 legde de heer Corssmit zijn functie  als oubaas neer en nam tot 1961 alleen nog deel aan het jaarlijkse kamp.
Daarna trok hij zich geheel uit het verkenners-  en voortrekkersleven terug. Na 1951 werd dus de stam alleen geleid  door A. van Haande!, de baas.

In 1959 trok A. van Haandel zich uit het  voortrekkersleven terug en had de stam  dus geen leider meer.
Tot 1961 leidde ze  een min of meer kwijnend bestaan.

In 1961 werden echter enige belangrijke  maatregelen genomen, die geleid hebben  tot het ontstaan van de huidige actieve  voortrekkersstam. In dat jaar werd n.l. besloten. dat de groepsleider van de verkenners,  de heer H. Reijbroek, als assistentdistrictscommissaris  de belangen van  het district Veghel mede zou behartigen en dat de heer J. Jansen hem als groepsleider  zou opvolgen. (Zoals bekend, zijn  zij in december 1962 officieel in hun  nieuwe functie bevestigd).

Verder werden de heren J. van Doren  en Th. Kramer, die toen nog niet zo lang  in Boekel woonde en die al jaren voortrekker  was geweest, respectievelijk als baas en oubaas van de voortrekkers aangesteld. Met deze nieuwe leiders werd in  1961 het voortrekkersleven weer actief  opgevat.

De nieuwe stam, die de eerste stam was in het district Veghel en die aanvankelijk  bestond uit oubaas, baas en vier aspirant – voortrekkers, koos St. Lambertus als  haar patroonheilige en op 7 september  werd de eerste stamavond gehouden in  de blokhut.
Al spoedig kwamen er enige  nieuwelingen bij, zodat in november de  stam zeven aspirant – voortrekkers telde.

Activiteiten bleven niet uit. Gedurende  het resterende deel van het jaar hield men  droppings, ontgroende men elkaar en had  men een aandeel in de ouderavond van de verkenners en de welpen, waarbij ook  de Arnhemse Verkennersdrumband optrad.
De jonge stam hield zich ook bezig  met ernstige discussies, met praktisch  werk, met gezellige avonden (o.a. het  St. Nicolaasfeest).
Ook bij de intocht van  St. Nicolaas in Boekel hebben de voortrekkers een belangrijk aandeel gehad.

Het jaar 1962 werd luisterrijk ingezet met  een zéér geslaagd weekend te Cromvoirt,  waarop een sfeervolle en tevens gezellige,  doch wel wat verlate Kerstavond plaats  had met de Boekelse Seniorgidsen.

Dit jaar bruiste verder van voortrekkersactiviteiten:  men hield weer ernstige discussies,  waarbij o.a. ook de bekende  pater Houdijk eens aanwezig was, men  verdiepte zich in de geschiedenis van  Boekel, de Peel. de ruilverkaveling en de  N.C.B. en men organiseerde de Boekelse  gemeenteraadsledengewichtenpool t.b.v.  de actie 10 x 10.

Gedurende de laatste dagen van de Goede  Week hielden de voortrekkers een  Goede – Weekkamp, om zich te bezinnen  op het lijden van Christus en op het  Paasgebeuren en op tweede Paasdag  vierde men het jaarlijkse St. Jorisfeest,  deze keer niet in Boekel. doch in Vegel.
Ook nam men het zeer gewichtige besluit  om in augustus deel te nemen aan het  alombekende Bouwkamp Göttingen, dat  georganiseerd werd door de Nationale  St. Jozefstam, die zich met bouwactiviteiten  bezighoudt.

Begin juli hield men voor de afwisseling  nog eens een weekend, ditmaal te Merselo  bij Venray en op 1 juli verzorgden  de voortrekkers het muzikale gedeelte  van de missie avond, die op die dag gehouden  werd.

Gedurende de maand, die de stam nog  van het Bouwkamp Göttingen scheidde,  werden weer nieuwe aspirant-leden aangenomen  en sprak men over eventuele  uitbreiding van de oude stamhut of  eventuele verhuizing naar een nieuwe.
Ook werd alles geregeld voor het Bouwkamp.

In de laatste week van augustus kwam  dan eindelijk het grandioze sluitstuk van  een zeer vruchtbaar stamjaar: met negen  man trokken de voortrekkers op naar het  Bouwkamp te Göttingen in Duitsland,  om daar mee te werken aan de bouw van  acht huizen voor Oostduitse vluchtelingen.
Dit bouwkamp, dat negen weken  duurde en waaraan voortrekkers uit geheel  Nederland hebben deelgenomen, was  zoals gezegd, georganiseerd door de Nationale  St. Jozefstam.

Gedurende de dagen dat onze voortrekkers  in Göttingen waren, hebben zij,  naast het zware werk overdag (funderingen  graven), ook veel gezien en geleerd:  men maakte een excursie naar het  IJzeren Gordijn en sprak met vluchtelingen in het vluchtelingenkamp Friedland.
Ook aan gezellige avonden ontbrak  het niet. Zij hebben er verschillende mensen  leren kennen, waarmee men later nog  vaak in contact zou komen, o.a. een fotograaf, die daar al langer was en die van het hele kamp een foto- en diareportage  heeft gemaakt.
De voortrekkers  zullen deze mooie dagen niet gauw vergeten.

Weer terug in het kleine Holland, begon men met frisse moed aan een nieuw stamjaar.  Voor het eerst hield de stam zich  bezig met de zogenaamde kwestbehandeling,  alvorens twee aspirant – voortrekkers,  Hein Trienekens en Harry van Doren,  officieel tot voortrekker werden geïnstalleerd.
Dit laatste geschiedde op luisterrijke  en feestelijke wijze op het einde van  september in de kapel van het bejaardencentrum.

Enige weken daarna kwam de Jan van  Hoofstam uit Schiedam, die men op het  bouwkamp had leren kennen, in Boekel  op weekend en korte tijd later werden  enige voortrekkersgasten tot aspirant – voortrekker geïnstalleerd.

In deze tijd van het Concilie werd er door de stam ook ernstig over het Concilie  gesproken.
Ook maakte men weer  tochten, hield men droppings en verrichtte  men praktisch werk. In december  vierde men weer het St. Nicolaasfeest in  stamverband en ging men naar Vught  voor een re unie – weekend van het Bouwkamp  Göttingen.

Het jaar 1963 werd door de stam goed  ingezet. want op de eerste stamavond de  beste begon men al met de hele inventaris  van de oude stamhut in een Volkswagen  te laden en over te brengen naar  het bejaardencentrum. waar de voortrekkers  de beschikking hadden gekregen  over de ruime zolder van de schuur  Zeven maanden lang hebben ze er. ondanks  de strenge winter. gewerkt en getimmerd  om deze zolder om te bouwen  tot een fraaie en gerieflijke stamhut. (In  de oude stamhut vestigde zich intussen de pas opgerichte Rowangroep. die een  overgang vormt van de verkenners naar de voortrekkers).
Het was ook in deze tijd. dat de voortrekkers  de befaamde balpenactie hebben gevoerd om de bewoners van het  bejaardencentrum een televisie te kunnen  schenken.
Deze actie is volledig geslaagd  en op Passiezondag werd met enige  luister en in het bijzijn van de voornaamste  geestelijke en wereldlijke autoriteiten van Boekel de televisie aangeboden.

Helaas zou men enige dagen daarna de  oubaas voor lange tijd moeten missen.  daar deze voor enkele maanden naar het  ziekenhuis moest.
Ondertussen draaide  de stam toch gewoon door: op een van  de stamavonden besloot men een vakantiekamp  in Luxemburg te houden en men  hield normaal het Goede – Weekkamp. dat  nu een sfeervol karakter had. omdat.  men nu zo’n mooie ruime stamhut had.
Ook nam men deel aan het jaarlijkse Sint  Jorisfeest.

Begin mei ging men op weekend naar Schiedam, waar men oude bekenden van  de Jan van Hoofstam nog eens ontmoette  en enige weken later hield men een weekend  in de Achelse Kluis om er kennis te  maken met het leven van de Trappisten  en ook tot intentie van oubaas Kramer,  die gelukkig enige weken daarna weer genezen en wel uit het ziekenhuis terugkeerde.
Met Pinksteren verleenden de voortrekkers  hun medewerking tijdens de missie – fancy – fair.
Tussen de bedrijven door  werden er weer verschillende kwesties  besproken en werd het programma voor  het kamp Luxemburg in elkaar gezet. In  juli vierde Boekel zijn 650 – jarig bestaan.  aan de festiviteiten waarvan ook de  voortrekkers hun medewerking verleenden.

4 Augustus was de meest grootse dag in  de geschiedenis van de Boekelse St. Lambertusstam.
Op die dag namelijk werden oubaas en baas als zodanig in hun functie  bevestigd. werden weer twee aspirant voortrekkers, Piet van de Heuvel en Jan Wassenberg tot voortrekker geïnstalleerd  en werd de nieuwe stamhut ,officieel geopend  in het bijzijn van verschillende  autoriteiten.

Een en ander had de nodige feestavondjes  tot gevolg. zodat de voortrekkers zeer  aangename herinneringen aan deze dagen  hebben.
Vermeldenswaardig is nog, dat  de reeds eerder genoemde fotograaf  Frans Wijffels alles gefilmd en gefotografeerd  heeft.

Gedurende de nu komende tijd werd alles  geregeld voor het kamp in Luxemburg en de laatste week van augustus vertrokken  de voortrekkers naar dit mooie land.
Dit  kamp droeg nu vooral het karakter van  een vakantiekamp.
Men maakte in Luxemburg  vele mooie dagtochten en men  genoot er van de fraaie landschappen en  bezienswaardigheden.
Geheel uitgerust  en weer vele ervaringen rijker kwam de  stam begin september weer in Boekel terug.  Met dit kamp werd het stamjaar  1962-1963 besloten.

In de toekomst zal de St. Lambertusstam,  die nu kleiner is geworden, omdat enige leden om studieredenen en anderszins  niet meer actief mee kunnen doen,  nauwere contacten gaan leggen met andere  voortrekkesstammen, o.a. met de  pas opgerichte Colonel Johnsonstam te  Veghel.
Terugziende op het voorgaande kunnen we zeggen. dat onze voortrekkers een  belangrijke plaats en positie in Boekel  hebben ingenomen en dat ze op allerlei  manieren (naast het voorgaande ook op  het gebied van acties. praktisch werk en  kerkdeurcollecten),
Kerk en Maatschappij  in ons dorp hebben weten te dienen.

Wij wensen de Boekelse St. Lambertusstam  dan ook het allerbeste voor de toekomst  en besluiten met de heilwens van  de verkenners:  GOED SPOOR!

Foto gallerij

Bekijk de hele foto set op Flickr