Geschiedenis

De betonnen fundering van Scouting Boekel

De geschiedenis van Scouting gaat meer dan honderd jaar terug. En de organisatie staat nog steeds als een huis.
De naam scouting werd in Nederland pas later gebruikt.
Tot nog niet zo lang geleden zat je bij de  “Padvinderij” of de  “Verkennerij”.
De jongens op de foto zijn van “verkennerij Boekel”.
Ze waren Voortrekkers. Een van de rangen binnen de verkennerij in de jaren 60.

Hopman
Je begon bij de Welpen, vervolgens werd je Verknner, Rowan en daarna Voortrekker en de laatste stap was de leiding.
Piet de Bie uit Boekel heeft jarenlang in de leiding van de verkennerij in Boekel gezeten met heel veel plezier. Een echte hopman. Hij kan er smakelijk over vertellen.

De foto is genomen op 6 oktober 1962 in Boekel achter de blokhut op de Bosberg. De blokhut is inmiddels verplaatst en op deze plaats staat nu een woonwijk.
Een van de hoogtepunten van de voortrekkers in 1962 was deelname aan het Bouwkamp Göttingen in Duitsland, georganiseerde door de nationale St. Jozefstam, die zich vooral met bouwactiviteiten bezig hield.

Bouwkamp en vriendschap
Negen voortrekkers vertrokken in de laatste week van augustus naar Göttingen om daar met te helpen met de bouw van acht huizen voor Oost-Duitse vluchtelingen.
Vanuit heel Nederland kwamen voortrekkers om mee te bouwen. Het kamp duurde negen weken en er werden funderingen gegraven en beton gestort.
Ook waren er naast het zware werk nog een excursie naar het IJzeren gordijn en sprak men met vluchtelingen in het vluchtelingenkamp Friedland. 
Uiteraard was het s ‘avonds een gezellige boel. Hieruit ontstond een hechte vriendschap met de Voortrekkers uit Schiedam, de Jan van Hoofstam.
Bezoeken en tegenbezoeken werden georganiseerd. Bij zo’n bezoek van de jongens uit Schiedam is de foto gemaakt, op 6 oktober 1962. 
De man met baard en colbertje is de fotograaf Frans Wijffels uit ‘s-Hertogenbosch. Hij was al wat langer op het kamp in Duitsland en heeft van het hele kamp een foto-en diareportage gemaakt.
De voortrekkers waren toen 17-18-19 jaar. Een aantal van deze jongens komen nu nog geregeld bij elkaar voor een kaartavondje.
De bezoekjes over en weer met Schiedam verwaterde natuurlijk op den duur. De jongens werden ouder en de interesse veranderden.

Blokhut de Bosberg.
De locatie van de foto is achter de Blokhut De Bosberg. Deze blokhut is gebouwd in 1952. Het terrein de Bosberg, zo vertelde Piet was een mooie bosrijke omgeving, waarin tijdens de oorlogsjaren 40-45 schuilkelders en munitieopslag plaatsen waren.
Het verkennersleven van de voortrekkers in Boekel heeft vanaf 1962 een opleving gehad nadat in 1959 de toenmalige leider zich terugtrok. Met het aantreden van de heren J. van Doren en Th. Kramer in 1961 kwam er weer leven in de brouwerij en volgde een hele actieve periode met als een van de hoogtepunten het genoemd bouwkamp in Duitsland

Op de foto staan van links naar rechts:
Bovenste rij:  Iemand uit Schiedam, Wim Kroos, Chris Peters, Gerard Swarts, Gerard Welten, Frans Wijffels
Daaronder: Een aantal jongens uit Schiedam tussen de jongens uit Boekel. Jan Wassenberg, Martin Swarts, Cleem Aldenhuizen, Harrie van Doren, In wit overhemd een van de leiders uit Schiedam John van Heel, Gerard Trienekes, Jan Gerlach, Piet van de Heuvel.
Liggend dwars voor: Bart Muselaers, Hein Trienekes

Periode 1: 1945 – 1955

Het begint allemaal in Engeland in 1907. Lord Robert Baden Powell schrijft het boek ‘Scouting for boys’ en hiermee is de oprichting van scouting een feit.
Enkele jaren later wordt dit spel van verkennen in Nederland geïntroduceerd.

Helaas wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog overal het scoutinggebeuren stilgelegd door de Duitsers.
Na de oorlog worden overal in het land heel fanatiek nieuwe welpen- en verkennersgroepen opgericht.
In Boekel wordt dit in 1944 de eerste vergadering gehouden met als doel de oprichting van een mannelijke jeugdbeweging.
Met Pasen in 1945 wordt de Jonge Wacht naar buiten toe gepresenteerd met als leiders H. Reijbroek, B. Smits, N. Steegers, H. van Berlo en kapelaan de Bresser.
Op de foto de Jonge Wacht in 1945  v.l.n.r.  1 Van Kessel, 2 Harrie Welten, 3 W. van Hees, 4 C. van Bakel, 5 Dapperen, 6 Toon van de Aa, 7 G. Dapperen, 8 P. Hoevenaars, 9 J. Kuyper, 10 ?, 11 G. Donkers, 12 J. van Bakel, 13 P. kandelaars, 14 A. van lankveld, 15 L. Logtens, 16 Jan van Doren, 17 Karel van Alphen, 18 kapelaan de Bresser.

Later, op 4 oktober 1945 wordt vanuit de Jonge Wacht de eerste verkennersgroep geïnstalleerd onder leiding van hopman J. Kuipers.
Ze komen bijeen in de kelder van de kerk.

Rond kerstmis van datzelfde jaar volgt de installatie van de tweede verkennersgroep onder leiding van H. Reijbroek.
Deze groep is gehuisvest in de garage van de pastorie.
De mannelijke jeugdbeweging krijgt de naam “St. Franciscusgroep”.

Niet veel later, eveneens in 1945, wordt gestart met een welpenhorde en nauwelijks een jaar later begint men, onder de bezielende leiding van kapelaan Michelberger, met een meisjesjeugdbeweging die de naam Lelycorps draagt.
Dit corps is echter geen lang leven beschoren, want hoewel het zich heeft aangesloten bij de Belgische meisjesjeugdbeweging, de Ghiro-jeugd genaamd, wordt in 1947 toch de eerste gidsengroep onder de naam St. Agatha opgericht.
Ondertussen heeft men een mislukte poging gedaan een voortrekkersgroep te starten.
Echter men blijft proberen en in 1948 heeft men meer succes; de stam wordt definitief opgericht onder leiding van oudbaas Corssmit. In datzelfde jaar wordt begonnen met een kaboutergroep.

Alles gaat dus redelijk voortvarend.
Toch is er groot probleem: er is geen eigen verenigingsruimte. In de eerste jaren hebben de groepen diverse locaties gebruikt en nu zij steeds groter worden, is het tijd voor eigen ruimtes. In 1948 wordt dan ook begonnen met de bouw van blokhut “Sancta Maria” op initiatief van kapelaan Michelberger en waaraan veel Boekelse mensen meewerken.
Hierin zullen de meisjes hun intrek nemen.
Niet veel later wordt onder leiding van kapelaan Klijn blokhut “de Bosberg” gebouwd en in 1952 betrekken de jongens deze ruimte.

De hierop volgende jaren blijft de jeugdbeweging in Boekel groeien.

Meisjesjeugdbeweging
In de zomer van 1946 is kapelaan Michelberger met de Meisjesjeugdbeweging  begonnen.
Opgericht werd het Lelycorps,  een vrije club met geen nationale  of internationale organisatie achter zich.  Beschermvrouwe werd Mej. Antonia  van Kessel.

52 Kinderen werden lid van de  beweging met als leidsters Nelly van de Bosch, Thera Tielemans, Miet Tielemans  en Tonny Donkers. Dit leidsters team  werd al spoedig aangevuld met Johanna  van de Broek en Wies Trienekens.
In het  najaar van 1946 werd de eerste groep  geïnstalleerd (zie foto).
De beweging had  een eigen uniform, bestaande uit blauwe  rokjes, witte blouses, rode stropdas en  rode muts met witte veer.
Het uniform  was ontworpen door kapelaan Michelberger.
Na enige jaren vond men, dat  de meisjesjeugd op een meer bredere  basis moest kunnen werken en daarom  ging men zich aansluiten bij de katholieke  Belgische meisjesjeugdbeweging de Ghiro-jeugd.
Als leidsters traden daarna op Joh van de Broek, Lien Willems, Marietje  Donkers, Tonia Donkers en Mien Klaassen.

In 1947 werd echter in Nederland de  Nederlandse Gidsenbeweging opgericht  als katholieke tak van de Nationale Padvindstersraad,  die aangesloten is bij de  Wereldbond voor Padvinders. Dit werk,  waar Lord en Lady Baden Powell in  1907 mee begonnen, is uitgegroeid tot  een wereldorganisatie. Baden Powell gal  4 richtlijnen om het doel te bereiken:

  1. Het aankweken van waardigheden
  2. Het ontwikkelen van karakter en verstand
  3. Het buitenleven
  4. Hulp aan anderen

Dit bleek een stevige grondslag bij het  doel van de jeugdbeweging:
Ouders te  helpen bij de opvoeding van hun kinderen.  Nelly v. d. Bosch en Thera TieIemans  volgden de eerste inleidingscursus voor gidsenleidster en begonnen in 1948  met de gidsengroep  “St. Agatha”.
Het  aantal gidsen en leidsters groeide snel.
Als leidster werden later nog geïnstalleerd o.a. Anny van de Heuvel, Lies Smits  en Riek Rutten.
Men ging nu zoeken naar  een eigen huis. In 1949 kon, met de welwillende  medewerking van vele inwoners  van Boekel, worden begonnen met de  bouw van een blokhut “Sancta Maria”.

Momenteel is deze (verbouwde) blokhut in gebruik door Petanque vereniging  “Jeu de Bouckles”.

De gidsenleeftijd lag tussen 11 en 14 jaar  en voor de jongere meisjes van 8 tot 11  jaar werden kaboutergroepen opgericht.
De leidster van deze groepen waren  Hanneke v. d. Broek en Wies Trienekens.
Later kwamen daar nog als kabouterleidsters  bij Dora Althuizen, Anny van Uden en Tiny Welten.
Het Ieden aantal  groeide gestaag en al spoedig ging men  over tot splitsing van de gidsen en  senioren- en juniorengroepen.
Rond 1960 telde de gidsenbeweging 45  gidsen en 50 kabouters, met als leidsters  voor de seniorengroep: Francien van de Laar en Riky Jansen.
Voor de juniorengroep: Lies van Doren,  Riek Tiebosch en Mien Trienekens.
Voor de kaboutergroepen: Wies Trienekens,  Dora van de Berg, Miep Corssmit,  Ton ven de Oever en Maria ven de Ven.
Aalmoezenier is: Kapelaan Peijnenburg  Groepsleidster: Mej. Wies Trienekens  Beheerder financiën: J. Jansen.  De gidsen en kabouters trekken jaarlijks  er met hun leidsters een week op uit  voor een kamp of bivak in de zomermaanden,  om een week lang van het  buitenleven te genieten.
Voor de meisjes  zijn deze kampen uiteraard het hoogtepunt  van het jaar. (zie foto).  Allen een “zonnig spoor” van de St.  Agathagroep te Boekel.

Mannelijke Jeugdbeweging
Verkennersgroep St. Franciscus.

In september 1944 werd een vergadering  belegd om te komen tot oprichting van  een mannelijke jeugdbeweging te Boekel  (J. Dekkers, P. Reijbroek, H. Reijbroek)  met als resultaat. Patronaatsjeugd onder  leiding van kapelaan C. de Bresser en  H. Reijbroek.

Begin 1945 werd besloten tot oprichting  van een Pioniersgroep o.l.v. kapelaan de  Bresser, H. Reijbroek, A. Steegs, H. van  Berlo en L. Smits met 75 jongens.
Uit  deze Jonge – Wacht – afdeling (Jongensgilde), die als zodanig nog enkele jaren  onder leiding van A. Steegs heeft bestaan,  is de Boekelse Verkennersgroep  “St. Frandscus” voortgekomen, waartoe  in juli 1945 werd besloten voornamelijk  op initiatief van kapelaan C. de  Bresser. de eerste aalmoezenier.
In juli 1945 had de eerste installatie  plaats. H. Reijbroek en J. Kuipers werden  door de diocesaan commissaris Stumpel  geïnstalleerd tot hoplieden van de  Boekelse verkennerij.
Als vaandrig werden  toegevoegd W. Kerkvliet en L. Smits.

Onder leiding van Riet Reijbroek, Hanneke  Klaassen en Anna van Eerdt werd  eind 1945 eveneens gestart met de eerste  welpenhorde.
Riet Reijbroek werd als  eerste akela geïnstalleerd.

Via diverse verblijven, zoals kippenhokken,  zolders, verwarmingskelder van de  kerk en de schuur van de pastorie kon  men eindelijk in mei 1952 de nieuwe  blokhut “De Bosberg” betrekken. De  bouw van deze prachtige blokhut werd  mogelijk voornamelijk door de medewerking  van:

  1. Het gemeentebestuur van Boekel door verlenen van erfpacht aan de verkennerij  van een perceel bosgrond  in de “Bosberg” ter grootte van 10 ha voor de tijd van 75 jaren.
  2. Van schenking van een perceel bosgrond (waarop blokhut zou worden gebouwd) door Tonia Bevers
  3. Activiteiten door het Oudercomité bestaande uit de volgende personen:  Aldenhuysen. voorzitter. Dr. Jetten.  H. Reijbroek. W. van BerIo. Dr. Batenburg.  M. van der Burgt. G. Welten.  A. van Hoeij. W. Corssmit en M. van  Moorsel. Voornamelijk door het organiseren  van tuinfeesten werd een  groot gedeelte van het benodigde kapitaal  vergaard
  4. Renteloze leningen verstrekt door een groot aantal Boekelse mensen.

Bronnen van inkomsten:
Sedert 1956 f. 5.00  per lid van de  jeugdbeweging subsidie van de gemeente  Boekel
Sedert 1958 opbrengst ± f. 1.200,00  per  jaar van de zogenaamde Verjaringsactie gesteund door de Boekelse  bevolking.

In september 1962 werd hopman Reijbroek  [sedert juli 1945 hopman]  groepsleider  van de St. Franciscusgroep geinstalleerd  als assistent-commissaris van  het district Veghel.
Onder zijn bekwame  leiding is de Boekelse verkennerij geworden  wat ze nu is: Een in het district  Veghel en daarbuiten hoog aangeschreven  afdeling van de verkennerij.
De eerste akela van de welpen. Riet  Reijbroek. heeft sedert 1945 reeds achttien  jaren onafgebroken de leiding van  een welpenhorde.

Leiding Verkennersgroep “St. Franciscus”  in 1963:  Aalmoezenier: J. Peijnenburg  Groepsleider: J. Jansen
Afdeling voortrekkers. Leiders Th. Kramer  en J. van. Doren en 12 VT’s.Afdeling Rowans: Leiders J. van der  Burgt en A. Trienekens en 8 Rowans.
Afdeling Verkenners: Leiders P. de Bie.  P. Muselaers. B. van Hoeij. C. Aldenhuysen  en 32 verkenners.
Afdeling Welpen: Leidsters R. Reijbroek.  J. van den Bosch. A. Melis. M. van de  Ven. W. de Bie en A. van den Heuvel  en 48 welpen.

Periode 2: 1956 – 1965

De Boekelse St. Lambertusstam
Alvorens de activiteiten van de Boekelse  St. Lambertusstam te beschrijven, dient  eerst in het kort iets gezegd te worden  over de geschiedenis en het ontstaan  van het voortrekken te Boekel.
Het verkennen in Boekel is begonnen onder de oorlog met de zogenaamde  Jonge Wacht, die vanwege de Duitse bezetting  haar activiteiten heimelijk moest  uitoefenen in de kelders van de parochiekerk.
Uit deze Jonge Wacht ontstond  op het einde van de oorlog de eerste  Boekelse verkennersgroep. In 1947 werd uit deze verkennersgroep, een voortrekkersgroep gevormd, als oubaas hiervan  werd door groepsleider Reijbroek de heer  Corssmit geïnstalleerd.
De eerste stam  liep echter op een mislukking uit.
Het  jaar daarop werd opnieuw een poging  gedaan om een stam te stichten en nu  had men meer succes.
Er ontsond een  zeer goede groep, bestaande uit zes leden. Een ervan, de heer J. van Doren, werd  later leider.  In 1949 – 1950 telde de stam vijf leden, o.a.  A. van Haandel, die later leider zou  worden, en H. v. Moorse!, die nu in  Canada woont.
In 1950 – 1951 trad naast de oubaas van  de stam, de heer Corssmit, ook de baas op, die de meer directe leiding van de  stam had.
De eerste, die als zodanig  fungeerde, was A. v. Haandel. Uit de  voortrekkersgroep van dit jaar kwamen  de toekomstige verkennersleiders, o.a.  P. de Bie.

In 1951 legde de heer Corssmit zijn functie  als oubaas neer en nam tot 1961 alleen nog deel aan het jaarlijkse kamp.
Daarna trok hij zich geheel uit het verkenners-  en voortrekkersleven terug. Na 1951 werd dus de stam alleen geleid  door A. van Haande!, de baas.

In 1959 trok A. van Haandel zich uit het  voortrekkersleven terug en had de stam  dus geen leider meer.
Tot 1961 leidde ze  een min of meer kwijnend bestaan.

In 1961 werden echter enige belangrijke  maatregelen genomen, die geleid hebben  tot het ontstaan van de huidige actieve  voortrekkersstam. In dat jaar werd n.l. besloten. dat de groepsleider van de verkenners,  de heer H. Reijbroek, als assistentdistrictscommissaris  de belangen van  het district Veghel mede zou behartigen en dat de heer J. Jansen hem als groepsleider  zou opvolgen. (Zoals bekend, zijn  zij in december 1962 officieel in hun  nieuwe functie bevestigd).

Verder werden de heren J. van Doren  en Th. Kramer, die toen nog niet zo lang  in Boekel woonde en die al jaren voortrekker  was geweest, respectievelijk als baas en oubaas van de voortrekkers aangesteld. Met deze nieuwe leiders werd in  1961 het voortrekkersleven weer actief  opgevat.

De nieuwe stam, die de eerste stam was in het district Veghel en die aanvankelijk  bestond uit oubaas, baas en vier aspirant – voortrekkers, koos St. Lambertus als  haar patroonheilige en op 7 september  werd de eerste stamavond gehouden in  de blokhut.
Al spoedig kwamen er enige  nieuwelingen bij, zodat in november de  stam zeven aspirant – voortrekkers telde.

Activiteiten bleven niet uit. Gedurende  het resterende deel van het jaar hield men  droppings, ontgroende men elkaar en had  men een aandeel in de ouderavond van de verkenners en de welpen, waarbij ook  de Arnhemse Verkennersdrumband optrad.
De jonge stam hield zich ook bezig  met ernstige discussies, met praktisch  werk, met gezellige avonden (o.a. het  St. Nicolaasfeest).
Ook bij de intocht van  St. Nicolaas in Boekel hebben de voortrekkers een belangrijk aandeel gehad.

Het jaar 1962 werd luisterrijk ingezet met  een zéér geslaagd weekend te Cromvoirt,  waarop een sfeervolle en tevens gezellige,  doch wel wat verlate Kerstavond plaats  had met de Boekelse Seniorgidsen.

Dit jaar bruiste verder van voortrekkersactiviteiten:  men hield weer ernstige discussies,  waarbij o.a. ook de bekende  pater Houdijk eens aanwezig was, men  verdiepte zich in de geschiedenis van  Boekel, de Peel. de ruilverkaveling en de  N.C.B. en men organiseerde de Boekelse  gemeenteraadsledengewichtenpool t.b.v.  de actie 10 x 10.

Gedurende de laatste dagen van de Goede  Week hielden de voortrekkers een  Goede – Weekkamp, om zich te bezinnen  op het lijden van Christus en op het  Paasgebeuren en op tweede Paasdag  vierde men het jaarlijkse St. Jorisfeest,  deze keer niet in Boekel. doch in Vegel.
Ook nam men het zeer gewichtige besluit  om in augustus deel te nemen aan het  alombekende Bouwkamp Göttingen, dat  georganiseerd werd door de Nationale  St. Jozefstam, die zich met bouwactiviteiten  bezighoudt.

Begin juli hield men voor de afwisseling  nog eens een weekend, ditmaal te Merselo  bij Venray en op 1 juli verzorgden  de voortrekkers het muzikale gedeelte  van de missie avond, die op die dag gehouden  werd.

Gedurende de maand, die de stam nog  van het Bouwkamp Göttingen scheidde,  werden weer nieuwe aspirant-leden aangenomen  en sprak men over eventuele  uitbreiding van de oude stamhut of  eventuele verhuizing naar een nieuwe.
Ook werd alles geregeld voor het Bouwkamp.

In de laatste week van augustus kwam  dan eindelijk het grandioze sluitstuk van  een zeer vruchtbaar stamjaar: met negen  man trokken de voortrekkers op naar het  Bouwkamp te Göttingen in Duitsland,  om daar mee te werken aan de bouw van  acht huizen voor Oostduitse vluchtelingen.
Dit bouwkamp, dat negen weken  duurde en waaraan voortrekkers uit geheel  Nederland hebben deelgenomen, was  zoals gezegd, georganiseerd door de Nationale  St. Jozefstam.

Gedurende de dagen dat onze voortrekkers  in Göttingen waren, hebben zij,  naast het zware werk overdag (funderingen  graven), ook veel gezien en geleerd:  men maakte een excursie naar het  IJzeren Gordijn en sprak met vluchtelingen in het vluchtelingenkamp Friedland.
Ook aan gezellige avonden ontbrak  het niet. Zij hebben er verschillende mensen  leren kennen, waarmee men later nog  vaak in contact zou komen, o.a. een fotograaf, die daar al langer was en die van het hele kamp een foto- en diareportage  heeft gemaakt.
De voortrekkers  zullen deze mooie dagen niet gauw vergeten.

Weer terug in het kleine Holland, begon men met frisse moed aan een nieuw stamjaar.  Voor het eerst hield de stam zich  bezig met de zogenaamde kwestbehandeling,  alvorens twee aspirant – voortrekkers,  Hein Trienekens en Harry van Doren,  officieel tot voortrekker werden geïnstalleerd.
Dit laatste geschiedde op luisterrijke  en feestelijke wijze op het einde van  september in de kapel van het bejaardencentrum.

Enige weken daarna kwam de Jan van  Hoofstam uit Schiedam, die men op het  bouwkamp had leren kennen, in Boekel  op weekend en korte tijd later werden  enige voortrekkersgasten tot aspirant – voortrekker geïnstalleerd.

In deze tijd van het Concilie werd er door de stam ook ernstig over het Concilie  gesproken.
Ook maakte men weer  tochten, hield men droppings en verrichtte  men praktisch werk. In december  vierde men weer het St. Nicolaasfeest in  stamverband en ging men naar Vught  voor een re unie – weekend van het Bouwkamp  Göttingen.

Het jaar 1963 werd door de stam goed  ingezet. want op de eerste stamavond de  beste begon men al met de hele inventaris  van de oude stamhut in een Volkswagen  te laden en over te brengen naar  het bejaardencentrum. waar de voortrekkers  de beschikking hadden gekregen  over de ruime zolder van de schuur  Zeven maanden lang hebben ze er. ondanks  de strenge winter. gewerkt en getimmerd  om deze zolder om te bouwen  tot een fraaie en gerieflijke stamhut. (In  de oude stamhut vestigde zich intussen de pas opgerichte Rowangroep. die een  overgang vormt van de verkenners naar de voortrekkers).
Het was ook in deze tijd. dat de voortrekkers  de befaamde balpenactie hebben gevoerd om de bewoners van het  bejaardencentrum een televisie te kunnen  schenken.
Deze actie is volledig geslaagd  en op Passiezondag werd met enige  luister en in het bijzijn van de voornaamste  geestelijke en wereldlijke autoriteiten van Boekel de televisie aangeboden.

Helaas zou men enige dagen daarna de  oubaas voor lange tijd moeten missen.  daar deze voor enkele maanden naar het  ziekenhuis moest.
Ondertussen draaide  de stam toch gewoon door: op een van  de stamavonden besloot men een vakantiekamp  in Luxemburg te houden en men  hield normaal het Goede – Weekkamp. dat  nu een sfeervol karakter had. omdat.  men nu zo’n mooie ruime stamhut had.
Ook nam men deel aan het jaarlijkse Sint  Jorisfeest.

Begin mei ging men op weekend naar Schiedam, waar men oude bekenden van  de Jan van Hoofstam nog eens ontmoette  en enige weken later hield men een weekend  in de Achelse Kluis om er kennis te  maken met het leven van de Trappisten  en ook tot intentie van oubaas Kramer,  die gelukkig enige weken daarna weer genezen en wel uit het ziekenhuis terugkeerde.
Met Pinksteren verleenden de voortrekkers  hun medewerking tijdens de missie – fancy – fair.
Tussen de bedrijven door  werden er weer verschillende kwesties  besproken en werd het programma voor  het kamp Luxemburg in elkaar gezet. In  juli vierde Boekel zijn 650 – jarig bestaan.  aan de festiviteiten waarvan ook de  voortrekkers hun medewerking verleenden.

4 Augustus was de meest grootse dag in  de geschiedenis van de Boekelse St. Lambertusstam.
Op die dag namelijk werden oubaas en baas als zodanig in hun functie  bevestigd. werden weer twee aspirant voortrekkers, Piet van de Heuvel en Jan Wassenberg tot voortrekker geïnstalleerd  en werd de nieuwe stamhut ,officieel geopend  in het bijzijn van verschillende  autoriteiten.

Een en ander had de nodige feestavondjes  tot gevolg. zodat de voortrekkers zeer  aangename herinneringen aan deze dagen  hebben.
Vermeldenswaardig is nog, dat  de reeds eerder genoemde fotograaf  Frans Wijffels alles gefilmd en gefotografeerd  heeft.

Gedurende de nu komende tijd werd alles  geregeld voor het kamp in Luxemburg en de laatste week van augustus vertrokken  de voortrekkers naar dit mooie land.
Dit  kamp droeg nu vooral het karakter van  een vakantiekamp.
Men maakte in Luxemburg  vele mooie dagtochten en men  genoot er van de fraaie landschappen en  bezienswaardigheden.
Geheel uitgerust  en weer vele ervaringen rijker kwam de  stam begin september weer in Boekel terug.  Met dit kamp werd het stamjaar  1962-1963 besloten.

In de toekomst zal de St. Lambertusstam,  die nu kleiner is geworden, omdat enige leden om studieredenen en anderszins  niet meer actief mee kunnen doen,  nauwere contacten gaan leggen met andere  voortrekkesstammen, o.a. met de  pas opgerichte Colonel Johnsonstam te  Veghel.
Terugziende op het voorgaande kunnen we zeggen. dat onze voortrekkers een  belangrijke plaats en positie in Boekel  hebben ingenomen en dat ze op allerlei  manieren (naast het voorgaande ook op  het gebied van acties. praktisch werk en  kerkdeurcollecten),
Kerk en Maatschappij  in ons dorp hebben weten te dienen.

Wij wensen de Boekelse St. Lambertusstam  dan ook het allerbeste voor de toekomst  en besluiten met de heilwens van  de verkenners:  GOED SPOOR!

1966 – 1975

Periode 3:  1966 – 1975

21 april 1968: Tijdens het patrouille weekend van het district Veghel in de bossen van “De Vogelenzang” te Boekel ontvangt de Boekelse Hopman Piet de Bie de “Gouden Jacobsstaf” uit handen van districtscommissaris Zeebrechts uit Veghel en krijgt deze opgespeld door zijn vrouw Tonny.
Hij ontvangt deze onderscheiding voor zijn verdiensten voor Scouting.
Deze onderscheiding wordt slechts voor bijzondere prestaties uitgereikt.

1976 – 1985

Periode 4:  1976 – 1985

De Gidsen voor het gebouw Sancta Maria in oktober 1973.
In 2006 bouwde pétanque vereniging “Jeu de Bouckles” in eigen beheer een nieuw Sancta Maria, dat op 25-03-2007 officieel werd geopend.

Eerste rij v.l.n.r.: 1 Ans Egelmeers, 2 Silvia van Grinsven, 3 Dorien Donkers, 4 Clementine van dalen, 5 Gerrie van de Elzen, 6 Bettie van de Aa, 7 Francien Tielemans, 8 Gerrie van Doren, 9 Silvia van Duijnhoven, 10 Marjo de Bie.
Tweede rij: 1 Marina van Alphen, 2 Wilma van den Bosch, Ine van de Burgt, 4 Conny van lankveld, 5 Franka van de Boomen, 6 Anja Donkers, 7 Maria van de Elzen, 8 Maria Meulepas, 9 Anita van Summeren, 10 Anja van Eerdt, 11 Ine van de Broek, 12 Dimphy van Grinsven, 13 Ellie van Haandel, 14 Marianne van de Burgt, 15 Helmi Donkers, 16 leidster Jo Delisse-Penninx 17 Wilma Donkers

1986 – 1995

Periode 5:  1986 – 1995

Op 25 juni 1995 vindt de officiële opening van blokhut “Den Perekker” plaats.
Burgemeester Pompen houdt een toespraak.
In 1987 werd voor het eerst het idee gelanceerd om alle speltakken van Scouting Boekel in één blokhut onder te brengen.
Dit omdat de blokhut in De Bosberg wegens uitbreidingsplannen van de gemeente Boekel moest wijken.
Na diverse bouwplannen (die in de prullenbak verdwenen) en na veel onderhandelingen, hebben we één nieuw onderkomen voor alle speltakken.

1996 – 2005

Periode 6:  1996 – 2005

2006 – 2015

Periode 7:  2006 – 2015

2016 – 2025

Periode 8:  2016 – 2025